Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Non-Fictie/Dat kan geen toeval zijn
Wulfert van den Brink
Dat kan geen toeval zijn
€ 19,90 Oorspronkelijke prijs was: € 19,90.€ 7,90Huidige prijs is: € 7,90.
Op het toeval kun je je tanden stukbijten. Wiskundige Wulfert van den Brink weet dat als geen ander. Zelfs de meest rationele mens heeft de onuitroeibare neiging om het toeval te verklaren én naar zijn hand te zetten. En Van den Brink is zo iemand. Als statisticus weet hij dat je niet kunt winnen van de roulettetafel, maar hij is het zijn leven lang blijven proberen. In dit autobiografische bericht schrijft hij op herkenbare en grappige wijze over zijn wederwaardigheden met het lot, de kans en het toeval. Dit boek gaat over statistiek en kansen, maar ook over de verklaringen die mensen erbij bedenken. Het gaat dus ook over geloof, bijgeloof en uiteindelijk over het accepteren van een zeer riskante hersenoperatie. Een overwinning op het toeval heeft Van den Brink nooit behaald, maar hij werkt er nog steeds aan. Wat niet geweest is, kan tenslotte nog komen.
Gerelateerde producten
muziek
Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek.In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval.Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf.Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van OtterlooOver de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Van Grutinggeb - 628 blz
kunst
Joris van Casteren
Het Station
Amsterdam Centraal is veel meer dan alleen een station. Het is een stad in een stad waar elke dag duizenden mensen aankomen en vertrekken, winkelen en werken. Een fascinerend bedrijf dat nooit stilstaat. Een plek vol verhalen, verwachtingen en teleurstelling. Reizigers, medewerkers, bestuurders, aannemers, passanten: allemaal hebben ze een eigen band met het station.Joris van Casteren kan als geen ander beschrijven welke mensen het station bevolken. Ogenschijnlijk terloopse gebeurtenissen krijgen in zijn reportages een cruciale betekenis. Met een onnavolgbare nieuwsgierigheid schrijft hij over de mensen die hij tegenkomt. Dit jaar bestaat het station 125 jaar, het reizen per trein 175 jaar.Recensie: Nieuwe Revu
Niet dat het [boek Het Station van Joris van Casteren] hem [mijn collega] zal overhalen de auto vaker voor tram, bus, trein, metro of pont te verruilen, die indruk heb ik niet, maar hij leert wel een nieuws stadsdeel kennen: het Centraal Station. Daarbij speelt het ov slechts een bijrol in het boek. Van Casteren is met zijn nieuwsgierige aard achter de 'bevolking' van het station aangegaan. Beveiligers, beambten van allerlei soort, loketmedewerkers, zwervers en natuurlijk degene waar het op dit knooppunt om draait: de reiziger.Anekdotisch wordt er een wereld aan weetjes voor het voetlicht gebracht en op die manier een beeld geschetst van enkele markante, belangrijke of terugkerende individuen uit de ongeveer 250.000 mensen die het station dagelijks gebruiken, er werken of zelfs wonen. Bas LubberhuizenPAP - 159 blz
non-fictie
Paul P.J. Overvoorde
Als het maar tot iets leidt?
Erfgoedzorg wordt geassocieerd met conservatieve, deftige heren. Dat deftige klopt wellicht, maar het eerste behoeft bijstelling: er waren ook idealisten die streefden naar een mooiere en betere wereld, met verheffing van de arbeider en de emancipatie van de vrouw. Dit geldt met name voor mr. dr. J.C. Overvoorde, een strijder op vele fronten. Deze biografie toont Overvoordes tomeloze engagement voor het veiligstellen van monumentaal erfgoed, musea en archieven, het initiëren van een monumentenwet, en voor de gelijke behandeling van de vrouw en haar emancipatie. Hij richt de Nederlandsche Oudheidkundige Bond op, met in het bestuur strijders die als jonge honden de sloop van monumenten proberen te voorkomen. Ook de rol die Overvoorde in de eerste emancipatiegolf speelt, wordt uitstekend belicht. Zijn feministisch rechtshistorisch proefschrift maakt hem bekend als voorstander van vrouwenemancipatie - hun zwaar achtergestelde positie vindt hij onaanvaardbaar voor een beschaafd land. Hij werkt even samen met Aletta Jacobs en kruist vaak de degens met Wilhelmina Drucker. Hij adviseert Annette Versluijs-Poelman, voorzitter van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, van achter de schermen. Daarnaast is hij actief als lid van de Radicalen Bond die de slechte positie van de arbeidersklasse wil verbeteren. Hij richt in die steden oudheidkundige verenigingen, een museum en verenigingen voor monumentenzorg op. In de Vereeniging van Archivarissen in Nederland werkt hij mee aan de professionalisering van het beroep en aan wetgeving. Eenmaal in Leiden benoemd zal hij als conservator, later directeur van De Lakenhal, de museumcollectie uitbreiden met werken van de Oude Leidsche meesters en de nieuwbouw van het museum realiseren. In deze vlot leesbare biografie komt een breed tijdsbeeld naar voren, waarin Overvoordes inbreng ook nog voor de huidige tijd goed onderbouwd voor het voetlicht wordt gebracht. Na enkele jaren kunstacademie studeerde Paul P.J. Overvoorde wijsbegeerte aan de Universiteit van Utrecht. Na voltooiing daarvan deed hij op uiteenlopende terreinen onderzoek, onder meer naar normatieve argumentatie. Daarnaast was hij als docent en stafmedewerker werkzaam. IJzergeb - 650 blz
non-fictie
Elie Wiesel
Open hart
Als schrijver Elie Wiesel op zijn tweeëntachtigste met spoed een hartoperatie moet ondergaan – er wordt gevreesd voor zijn leven – wordt hij voor een tweede keer geconfronteerd met zijn eigen sterfelijkheid. Als jonge jongen overleefde hij de Holocaust nadat hij op zijn vijftiende werd gedeporteerd naar Auschwitz. Dat verleden is nooit ver weg en bijna automatisch gaan zijn gedachten uit naar familieleden die tijdens de oorlogsjaren zijn weggevoerd en niet meer terugkwamen. Heeft hij in zijn boeken en in zijn publieke optredens genoeg gedaan om de oorlogsslachtoffers te blijven herinneren? En dan zijn zoektocht naar God: waar heeft die toe geleid? Is er nog hoop voor de mens? Vol liefde en wijsheid schrijft Wiesel in 'Open hart' over zijn kinderen en kleinkinderen en getuigt hij van zijn hoop, zijn vertrouwen en zijn liefde voor het leven. Een zeer inspirerend boek, dat aanzet tot overpeinzing van het eigen leven. Hoe een plotselinge openhartoperatie leidde tot prachtig geschreven overpeinzingen over het leven. Meulenhoffgeb - 101 blz