Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/Tweede Wereldoorlog/Zoo gelukkig dat we elkaar nog hebben
Aly van der Mark
Zoo gelukkig dat we elkaar nog hebben
Onze oorlog in brieven, documenten en dagboeken
€ 17,50 € 7,90
‘We zijn zoo gelukkig dat we elkaar nog hebben.’ Dat schreef Sjoukje van der Mark aan haar familie in Friesland, direct na het bombardement op Rotterdam, op 14 mei 1940. Zij en haar man Tiele waren in 1938 naar die stad vertrokken om daar een toekomst op te bouwen. Hij ging er werken bij de politie. Tijdens de vijf oorlogsjaren zijn nog talloze brieven verzonden van Rotterdam naar Friesland en omgekeerd. Ze geven een indringend beeld van het dagelijks leven in oorlogstijd. Met name voor Tiele werden het spannende jaren. Jaren met razzia’s, een verblijf in kamp Waterloo bij Amersfoort en een periode als onderduiker. Wat opvalt is de heldhaftigheid van vele onbekenden, zoals de bewoners van Britswerd, die hun leven waagden door onderdak te verschaffen aan mensen die moesten vluchten voor de Duitsers. Meer dan 70 jaar lagen de oorlogsbrieven van Tiele en Sjoukje ongelezen in een doos op zolder. Tot dochter Aly ze vond. Ze las ze met grote belangstelling en verdiepte zich vervolgens in de familiegeschiedenis, waarbij ze dankbaar gebruik maakte van bewaarde dagboeken en andere documenten. Het resultaat van haar onderzoek is dit rijk geïllustreerde boek met een schat aan unieke foto’s, brieven en documenten.
Gerelateerde producten
geschiedenis

Herman Hülsmann
Mijn reis naar Indië 1928-1929
In dit dagboek neemt Hermann Hülsmann ons mee op reis naar het toen nog verre Nederlands-Indië. Hülsmann was samen met drie andere studenten uitgenodigd door de Vereeniging Jan Pieterszoon Coen, die met groepsreizen de deelnemers wilde interesseren voor topfuncties in Indië. Er moest dan wel een verslag worden geschreven over enkele projecten die onderweg werden bezocht. Hermann Hülsmann beperkte zich niet tot de beschrijving van 'enkele projecten'. Hij zette zo veel mogelijk waarnemingen op papier. En hij maakte er foto's bij. Het resultaat is een levendig en vaak humoristisch geschreven verslag van een tijdsbeeld. Het dagboek begint met de avontuurlijke heenreis met de boot door het Suezkanaal. In Indië bezoekt hij bekende trekpleisters, die toen nog niet zo toeristisch waren als nu. En hij schrijft uitgebreid over het dagelijks leven en werken in die tijd. 'Mijn reis naar Indië' bevat veel bijzondere wetenswaardigheden, onder andere over de toenmalige stand van de techniek. Hermann eindigt zijn bezoek met een reis door Atjeh met de zogenaamde Atjeh Tram (opgeheven in 1962). In dit deel van het dagboek beschrijft hij onder andere de wegenbouwprojecten in dit toen nog onontgonnen gebied. Voor Hermann Hülsmann (1902-1983) bleef dit de reis van zijn leven. Uiteindelijk is hij niet naar Indië gegaan om daar een leidende functie te gaan vervullen. In plaats daarvan koos hij voor een carrière bij de rechterlijke macht in Nederland. En niet zonder succes: hij nam afscheid van zijn werkzame leven als Raadsheer van de Hoge Raad der Nederlanden.geschiedenis

Hugo Röling
De rechter die geen ontzag had
In 1946 willen elf landen die in de Tweede Wereldoorlog hebben gevochten tegen Japan, het land en zijn leiders tijdens een tribunaal berechten. De jonge jurist Bert Röling wordt door de regering naar Tokio gestuurd om de Nederlandse stem te laten horen. Tijdens dit tribunaal, dat twee jaar duurt, komt hij echter tot inzichten die radicaal verschillen van die van zijn tien mederechters, en die de Nederlandse regering in een lastig parket brengen. Er wordt grote druk op hem uitgeoefend om zijn standpunt te herzien, maar hij wijkt niet. Terwijl Bert Röling tussen de zittingen door een leven vol glamour leidt in Tokio, heeft zijn vrouw Lies de grootste moeite om in het naoorlogse Nederland de touwtjes aan elkaar te knopen. Er is gebrek aan alles en het geld dat haar echtgenoot naar huis stuurt, is nauwelijks voldoende om haar en hun vijf kinderen in leven te houden. Bovendien is het onderhouden van een huwelijk via brieven en met een enkel bezoek niet makkelijk. Temeer daar Bert Röling verleidingen opzoekt waartegen hij geen weerstand heeft. Hugo Röling, hun jongste zoon, geeft in dit boek een rijk gedocumenteerd beeld van binnenuit van een belangrijke periode direct na de Tweede Wereldoorlog en van de familiegeschiedenis rond zijn vader een rechter die geen ontzag had voor de gevestigde orde.geschiedenis

Sacha Batthyany
En wat heeft dat met mij te maken
Sacha Batthyany is afkomstig uit een van de oudste en meest bekende adellijke families van Hongarije. Hijzelf is geboren en getogen in Zwitserland en had na zijn jeugd nauwelijks contact met de rest van zijn familie. Over het verleden daarvan wist hij daarom niet veel, tot hij op een schokkend krantenartikel stuit over zijn oudtante Margit. Gravin Margit Thyssen-Batthyany blijkt betrokken te zijn geweest bij een van de gruwelijkste misdaden die er aan het eind van de Tweede Wereldoorlog door de nazi's werden gepleegd. Enkel de feiten zijn bekend: een paar weken voor het einde van de oorlog gaf Margit een groot feest in het familiekasteel in het Oostenrijkse stadje Rechnitz. Rond middernacht verliet een aantal gasten het kasteel en vermoordde 180 joden die vlakbij op deportatie naar de kampen wachtten. Wat er die nacht precies is gebeurd bleef lange tijd onduidelijk. Sacha Battyany's zoektocht naar meer informatie voert hem naar het Hongarije van voor de oorlog, het Oostenrijk van erna, het Zwitserland van nu, een goelag in Siberië, de woonkamer van een vrouw die Auschwitz overleefde en in Zuid-Amerika haar oude dag doorbrengt - en zelfs naar de sofa van een pijprokende psychoanalyticus. Onderweg stuit hij op een geheim dat zijn kijk op de familie Batthyany en op zichzelf voorgoed zal veranderen. Recensie(s) Het begon allemaal met een krantenbericht. Journalist Sacha Batthyany (1973), correspondent in de Verenigde Staten voor onder andere de 'Süddeutsche Zeitung', kreeg in 2006 een artikel onder ogen waarin stond dat zijn tante Margit in maart 1945 betrokken was bij een massamoord op honderdtachtig joden. Een feestje in een stadje honderd kilometer ten zuiden van Wenen was uitgelopen op een bloedbad. Stomdronken zou Margit rond middernacht samen met een stel nazi's naakte mannen en vrouwen een voor een hebben neergeschoten. 'Gastvrouw van de hel' werd ze genoemd. Het laat Batthyany niet meer los. Wat gebeurde er die nacht en uit wat voor geslacht is hijzelf eigenlijk afkomstig? Dit boek is het verslag van zijn zoektocht die hem door vele landen voert. Het is een onderzoek naar een verborgen familiegeschiedenis, een persoonlijk relaas waarin Batthyany niet alleen veel van zijn voorouders - een befaamde adellijke Hongaarse familie - maar ook van zichzelf prijsgeeft.geschiedenis
