Menu

Maud van de Reijt

Zestig jaar herrie om twee minuten stilte

Hoe wij steeds meer doden gingen herdenken

 19,95  7,90

ISBN: 9789035134911. Bindwijze: ing Taal: NL Uitgever: Bert Bakker Auteur: Maud van de Reijt Auteur tussenvoegsel: van de Paginas: 234 Categorieën: , .

Gerelateerde producten

geschiedenis

Peter Karstkarel

Dag, mijn lieve moeder

Al bijna een decennium lang zijn Peter en Klaske Karstkarel bezig met het in kaart brengen van de grafcultuur in Friesland. Ontroerende aanleiding daarvoor was de vondst van een kleine grafsteen op het kerkhofje van Brongerga, met daarop in eenvoudige letters 'Dag, mijn lieve moeder'. Het zerkje gaf geen naam en geen datum prijs, het was een graf voor iedere moeder en van alle tijden. Sinds die dag hebben ze ruim 480 kerkhoven en begraafplaatsen en honderden kerken in Friesland bezocht. Met als resultaat een imposant verslag in boekvorm van hun jarenlange graventocht. In maar liefst 26 rijk geïllustreerde hoofdstukken besteden de Karstkarels allereerst aandacht aan de prehistorie, met onder meer sarcofagen en dekstenen, de latere gotische zerken en uiteraard de trots van de Friese cultuurgeschiedenis: de renaissancezerken van grote meesters. Daarna wordt de funeraire cultuur buiten de kerken uitgebreid besproken en in beeld gebracht. Te beginnen met het verbod om in de kerken te begraven en de verplichting om begraafplaatsen buiten de bebouwde kom te stichten. Vervolgens komen familiebegraafplaatsen van de elite, de grafkelders en gravenvelden voor deze maatschappelijke klasse aan de orde en volgt een zeer ruim overzicht van Friese kerkhoven en begraafplaatsen. Van algemene tot katholieke en joodse, maar ook de laatste rustplaatsen van dieren. Een opmerkelijk hoofdstuk is gewijd aan bijzondere voorbeelden van grafpoëzie. Die soms een glimlach opwekken, tot vertedering leiden of juist tot nadenken stemmen. En emotie is er ook in andere vormen. Zoals bij het lezen van in steen gebeitelde drama's. Ouders die hun kinderen verloren, schaatsongevallen, schipbreukelingen, slachtoffers van oorlogshandelingen. 'Dag, mijn lieve moeder' neemt de lezer mee op een ontroerende reis kriskras door de provincie. Een reis die geen eindpunt kent, maar juist het begin is van een indrukwekkende kennismaking met de grafcultuur in Friesland.
 39,95  9,90
Verder lezen

geschiedenis

Joden en het huis van Oranje

Tussen de Oranjes en de Nederlandse joden bestaan al meer dan vierhonderd jaar nauwe banden. Sinds hun komst naar de Republiek vanuit absolutistische staten voelden joden zich veilig en beschermd door de verschillende overheden. Met name met de Oranjes ontwikkelden zij een speciale band. Zo maakte de joodse elite ten tijde van de Republiek deel uit van de entourage van de stadhouder en kozen joden partij voor de Oranjevorsten in hun strijd tegen de patriotten. Ook na de instelling van het Koninkrijk bleef de verbondenheid met de Oranjes groot en vervulde de eeuwenoude relatie de joodse gemeenschap met trots. Deze vormde de basis voor een sterk orangisme. In de loop van de geschiedenis waren er echter ook critici die zich afvroegen wat de Oranjes nu eigenlijk voor de joodse gemeenschap hebben betekend. In 'Joden en het Huis van Oranje' passeren de stadhouders en hun Portugees- en Hoogduits joodse financiers de revue, maar zien we ook joodse Oranje knokploegen, orangistische rabbijnen en socialistische republikeinen. De gevoelige relatie tussen de joodse gemeenschap en het koningshuis na de Tweede Wereldoorlog en de betrokkenheid van de Oranjes bij de staat Israël worden eveneens besproken. 'Joden in het huis van Oranje' is een overzichtswerk van een periode waarin sterke Oranjeliefde en loyaliteit van de joodse gemeenschap overheerst, maar waarin ook sprake is van kritiek op het koningshuis.
 31,99  9,90
Verder lezen

geschiedenis

Timothy Ryback

Hitlers eerste slachtoffers

Op 13 april 1933 krijgt de Münchener openbare aanklager, Jozef Hartinger, een telefoontje uit het kort daarvoor in gebruik genomen concentratiekamp Dachau. Vier gevangenen blijken te zijn neergeschoten. Op de vlucht, beweren de bewakers. Maar wat Hartinger aantreft - een met prikkeldraad afgezette kale vlakte, vier lijken gedumpt in een munitiehok, precisieschoten in het achterhoofd, alle vier joden - overtuigt hem ervan dat hier iets gruwelijks aan de hand is. 'Hitlers eerste slachtoffers' laat tot in de kleinste dramatische details, plaatsen, tijdstippen, mensen en gebeurtenissen zien hoe de Holocaust begon, en hoe die bijna gestopt werd. Dit is het verhaal van de eerste vier slachtoffers van de Holocaust en van de man die alles deed om hun SS-moordenaars te ontmaskeren.

Over de auteur

Timothy W. Ryback is historicus en mede-directeur van het Institute for Historical Justice and Reconciliation in Leiden en woont in Parijs. --- Recensie: Ryback beschrijft met chirurgische precisie de weerzinwekkende extreem sadistische handelingen van de kampbewakers. Hans Steinbrenner, Vogel en kamparts Nürnbergk zijn namen die naast vele andere- in het geheugen van de lezer worden gegrift. 'Hitlers eerste slachtoffers' geeft een onthutsende inkijk in de wereld van nazi-Duitsland in de jaren vóór de Tweede Wereldoorlog, en in het bijzonder het jaar 1933. Het boek biedt de lezer een flinke verdieping van zijn historische besef en is goed leesbaar zonder gedetailleerde voorkennis. Het taalgebruik van de schrijver is helder en niet ingewikkeld met prettig leesbare zinnen, zij het dat de minutieus beschreven gewelddadige gebeurtenissen regelmatig de nodige walging oproepen. Dat is evenwel inherent aan het onderwerp van het boek.
 22,50  7,90
Verder lezen

geschiedenis

K. de Jong Ozn.

Gods eer zij ’t merk van al uw werk

'De Geschiedenis van het Friesch Dagblad' kan worden omschreven als de biografie van een krant (verschijnend sinds 1903). In dit tweede deel wordt de periode 1935-1971 behandeld: de tijd van de economische crisis van de jaren dertig en het leiderschap van Colijn, de Tweede Wereldoorlog en de onderduik van het Friesch Dagblad, het verlies van 'ons Indië', de Nieuw-Guinea kwestie en de grote maatschappelijke omwenteling van de jaren zestig. Het is de tijd waarin Hendrik Algra ? antirevolutionair in hart en nieren, lid van de Eerste Kamer en schrijver van vele boeken ? de markante hoofdredacteur van het Friesch Dagblad is en zijn stempel op de krant drukt. Net als het voorafgaande deel biedt Deel II een boeiend verhaal over een veranderende wereld, gezien door de ogen van Friese gereformeerden en antirevolutionairen. Bijzondere aandacht is er voor de gebeurtenissen in Friesland en de parlementaire geschiedenis van Nederland. K. de Jong Ozn. (Drachten 1926-Sneek 2011) studeerde Geschiedenis en Nederlands aan de Vrije Universiteit. Hij was achtereenvolgens leraar in Dokkum, rector in Goes en Amersfoort, staatssecretaris van onderwijs (kabinetten Den Uyl en Van Agt 1) en voorzitter van de Unie voor Christelijk Onderwijs. Hij was tien jaar columnist van Het Buitenhof en de Haagsche Courant en schreef lange tijd voor het Centraal Weekblad en het Friesch Dagblad over politiek, onderwijs en literatuur. Hij publiceerde een aantal dichtbundels, een bundel novellen alsook een boek over de geschiedenis van de Unie voor Christelijk Onderwijs (Een verhaal dat verder gaat, 1999). In 2003 verscheen het eerste deel van zijn geschiedenis van het Friesch Dagblad onder de titel Zij zullen het niet hebben.
 39,50  12,50
Verder lezen