Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Literatuur & thrillers/Waarom mama drinkt
Het is mama’s 39ste verjaardag. Ze staat aan het randje van een toekomst vol mensen die haar vragen of ze mee wil naar yogales voor gevorderden, of brave leesclubjes waar iedereen na één glas pinot grigio al aangeschoten beweert te zijn en dingen zegt als: ‘O gekkie toch, neem jij nóg een glas?’ Maar mama wil niet stilletjes wegglijden in dat doodse bestaan van vrouwen met praktische kortpittige kapsels die ‘voor hun kids leven’ en op het schoolplein elkaar de loef afsteken met de buitenschoolse activiteiten en prestaties van hun kroost, en opscheppen over het laatste vakantieoord waar ze zijn geweest. In plaats daarvan sleept een flinke bel wijn haar erdoorheen en mompelt ze voortdurend: ‘Wat een kutleven.’ Totdat ze zich dat ene geniale idee van haar herinnert…
Gerelateerde producten
literatuur & thrillers

Piet Gerbrandy
De Gong & De Rookberg
De gong en de rookberg, intrigerende materie van H.H. ter Balkt en Jacques Hamelink – Piet Gerbrandy In ‘De gong en de rookberg’ bespreekt hij Gerbrandy de poëzie van twee weerbarstige dichters, de ‘Laaglandse hymnen van H.H. ter Balkt en ‘’ Zilverzonnige en onneembare maan’ van Jacques Hamelink. Het epos van Ter Balkt en de elegie van Hamelink ontleedt Gerbrandy regel voor regel, woord voor woord, letter voor letter, wit na wit. Veelsoortige bronnen boort hij hiervoor aan: literaire teksten uit Europese en andere tradities, historische verhalen, beeldende kunst, archeologisch materiaal. Talloze verwijzingen zoekt hij tot op de soms onzekerste bodem uit, want weerspannige ondoorgrondelijkheid is zowat de karakteristiek van beide dichters. Maar Gerbrandy’s mes snijdt aan twee kanten, want de werkelijke protagonist in De gong en de rookberg is de lezer. Het is de lezer immers die de verwijzingen ziet, de lezer spoort de bronnen op. Hij zoekt, en vindt structuren. De gedichten verwijzen niet, noch bieden ze een structuur aan, maar het is de lezer die ze er inlegt. De door Ter Balkt en Hamelink gepubliceerde teksten, zo stelt Gerbrandy radicaal, zijn slechts in potentie gedichten, zaden die een lezer behoeven om in diens brein op te bloeien tot volwaardige gedichten. De mentale biotoop van de lezer bepaalt hoe het gewas er uiteindelijk uitziet. Zelden toont een criticus zich bereidwillig om de aard en de methode van zijn lezing en interpretatie van poëzie systematisch en vrijelijk uit de doeken te doen. Dit is nu precies wat poëziecriticus Piet Gerbrandy in 'De gong en de rookberg' onderneemt. Piet Gerbrandy: 'Ik beweer dat de door Ter Balkt en Hamelink gepubliceerde teksten slechts in potentie (dynamis) gedichten zijn, zaden die een lezer behoeven om in diens brein op te bloeien tot volwaardige gedichten, waarbij de perceptie van de vorm en de betekenistoekenning op grond van conventies en lezersintentie bepalen hoe het gewas er uiteindelijk uitziet. Ik ben deze lezer, deze hovenier, ik heb de gedichten opgekweekt tot wat ze in dit boek zijn geworden, dus het spreekt vanzelf dat ik de ideale lezer van deze gedichten ben. Een andere lezer had van dezelfde teksten andere gedichten gemaakt, waarvan hij dan de ideale lezer zou zijn geweest. 'All animals are equal, but some animals are more equal than others', schreef Orwell. Alle lezers zijn gelijk, maar dat wil niet zeggen dat alle interpretaties even goed zijn. De waarde van een interpretatie wordt bepaald door haar overtuigingskracht. Dat is een retorische categorie. ‘De gong en de rookberg’ boek beoogt aan te tonen dat mijn lectuur van Ter Balkt en Hamelink hout snijdt, en dat de dynamis van hun teksten het best verwezenlijkt kan worden op de wijze die ik in praktijk heb gebracht. Tevens is het een uitnodiging aan de lezers die de materie van deze tekst in zich hebben doen uitbotten, om zelf aan het werk te gaan en nieuwe versies van Ter Balkt en Hamelink op te kweken, opdat, om nog één keer een gevaarlijke metafoor te gebruiken, de concurrentie op de vermeend vrije markt van het literair debat uiteindelijk bepaalt welke gedichten het meest levensvatbaar zijn.' Metagegevens · Historische uitgeverij · Hardback · 512 pagina’s · ISBN 9789065540362 · NUR: 620 – Nederlandse taal- en letterkunde · Genre: Letterkunde · Trefwoorden: Ter Balkt, Jacques Hamelink, Piet Gerbrandy Recensie Classicus en gedreven poëziecriticus Piet Gerbrandy - zelf een vruchtbaar dichter - heeft in zijn omvangrijke proefschrift uit 2009, waarvan nu de handelseditie is verschenen, twee dichtbundels aan een grondig onderzoek onderworpen: ‘Laaglandse hymnen I’ van H. H. ter Balkt en ‘Zilverzonnige en onneembare maan’ van Jacques Hamelink. Beide dichters zijn veelvraten (ze vragen veel van een lezer omdat ze zelf veel gelezen hebben en daarnaar verwijzen) en worden in het algemeen duister, moeilijk interpreteerbaar gevonden, hoewel het oordeel in de kritiek over beiden lovend uitvalt. Gerbrandy gaat de uitdaging van deze twee bundels zowel in praktische zin (hij analyseert en interpreteert ze) als in theoretische, methodologische zin (hoe vindt het leesproces plaats, wat voor soort complicaties levert de behoefte aan begrip voor de tekst op) met verve, gedegen, maar ook voor niet door de academische wol geverfde poëzie lezers begrijpelijk en spannend aan. De twee dichters zijn met deze hartstochtelijke, veel openbarende en ook veel raadsels opleverende studie een stuk dichterbij gebracht. Het boek mag gerust een mijlpaal heten in de interpretatieve poëzie benadering. Auteur Piet Gerbrandy (1958) is een Nederlands dichter, essayist en classicus. Hij doceert Klassiek en Middeleeuws Latijn aan de Universiteit van Amsterdam. Hij schrijft vertalingen, essays, gedichten en poëzierecensies. Gerbrandy promoveerde in 2009 op een proefschrift over de poëzie van H.H. ter Balkt en Jacques Hamelink.literatuur & thrillers

Lara Reims
Upgrade
Wat doe je als de toekomst ineens voor je deur staat? Wat doe je als je huis ineens ontploft? Als je van het ene op het andere moment in een nieuwe wereld belandt? Als je de mogelijkheid krijgt fantastische dingen te leren, maar niemand je de waarheid vertelt over wie je bent en wat je allemaal kan? Rémi heeft genoeg van raadsels, halve verklaringen en slappe excuses. Hij gaat op zoek naar wie hij is. En waarom. Rémi voelt zich al zijn hele leven anders dan anderen. Zijn ouders verbergen iets voor hem, maar hij kan er niet achter komen wat. Rémi wil weten wie hij is en gaat op zoek naar zijn ware identiteit. Maar net als hij op het punt staat antwoorden te vinden, is er die knal. Zijn huis ontploft. Rémi kan niet anders dan de hand grijpen die hem vanuit de duisternis wordt toegestoken. Hij komt terecht in het mysterieuze Creodroom, een instituut waar de wetenschap haar tijd ver vooruit is. Techniek voelt aan als magie. Robots lijken verbazingwekkend veel op mensen. Alles waar de tiener ooit over droomde, is hier werkelijkheid. Rémi wordt overrompeld door fantastische technologie en hij ontmoet jongeren die vrienden voor het leven worden. Voor het eerst voelt hij zich thuis. Tot zijn verleden hem weer inhaalt en Rémi beseft dat hij nog steeds in groot gevaar is.literatuur & thrillers

Gill Sims
Waarom het mama geen zak kan schelen
Al vijftien jaar lang zeggen mensen tegen me dat het 'gewoon een fase' is. 's Nachts niet doorslapen is 'gewoon een fase'. Ongelukjes op het potje en alles wat daarbij hoort zijn 'gewoon een fase'. De driftbuien van de verschrikkelijke twee: ook 'gewoon een fase'. Slecht eten, bijdehand zijn, de obsessies. De peutertijd waarin ze weigerden een slaapje te doen, de tienertijd waarin ze niet voor één uur 's middags hun bed uit te krijgen zijn. Allemaal 'gewoon fases'. Maar wanneer houden die 'fases' eens op? WANNEER? Mama droomt van een pittoresk landelijk huisje met een rozenperk en kakelende kippen in de tuin. Maar het leven loopt zoals altijd anders. De kippen blijken vals en zwijgen, en de rozen hebben verraderlijke doornen. En dan zijn haar lieftallige kleuters ook nog eens getransformeerd tot onuitstaanbare tieners. In plaats van te fantaseren over wie er zou winnen in een gevecht ? een dragon badger of een ninja horse? ? brengen ze de dag al snapchattend door, slenteren ze door het huis en communiceren ze uitsluitend door middel van zuchten. Behalve natuurlijk wanneer er verwacht wordt dat Ellen in de vroege uurtjes haar taxidiensten aanbiedt, of als ze extravagant poseren voor hun Instagram-stories. En er is nooit, maar dan ook nooit, melk in huis. Kan mama ook maar één moment voor haarzelf hebben? Kan ze soms wat me-time krijgen, nu ze haar eigen tanden nog heeft? En kan ze eindelijk een manier vinden om er helemaal geen zak om te geven?literatuur & thrillers
