Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/Varen rond de wereld in oorlogstijd
Frans Luidinga
Varen rond de wereld in oorlogstijd
De reizen van Jop Dutilh (1919-1944)
€ 49,50 € 12,50
Jop Dutilh was een zoon uit een Rotterdamse cargadoorsfamilie. Na zijn eindexamen in 1938 mocht hij van zijn ouders een jaar studeren aan de Columbia universiteit in New York. In oktober 1939 ging Jops grootste wens in vervulling: hij vertrok voor een anderhalf jaar durende reis met het zeilschip de Yankee van kapitein Irving Johnson als betalend bemanningslid. De reis ging via het Panamakanaal naar de Pacific, Indonesië, Zuid- en Noord-Amerika. Tijdens zijn wereldreis hield hij een dagboek bij, maakte hij honderden foto’s en films en nam hij tal van curiosa mee. In april 1941 was Jop weer terug in de thuishaven Gloucester. De oorlog in Europa was inmiddels in volle gang; Jop kon niet meer terug naar zijn bezette vaderland. Hij liet zijn bezittingen achter bij bekenden in Amerika en monsterde in juni 1941 aan bij de Rotterdamsche Lloyd, om zo toch zijn land te kunnen dienen. Na enkele reizen met de Welgelegen en de Kota Gede kreeg hij in 1942 kort verlof op Java, waar hij de laatste dagen voor de inval van de Japanners meemaakte. Hij miste zijn schip, maar kon nog net met de Zaandam wegkomen naar Australië. De Garoet, waarop hij daarna terecht kwam, werd in 1944 bij de Seychellen door de Duitse onderzeeboot U-181 getorpedeerd. Jop werd vermist. Na de oorlog kwam zijn dagboek terug in Nederland.
Gerelateerde producten
geschiedenis

Herman Hülsmann
Mijn reis naar Indië 1928-1929
In dit dagboek neemt Hermann Hülsmann ons mee op reis naar het toen nog verre Nederlands-Indië. Hülsmann was samen met drie andere studenten uitgenodigd door de Vereeniging Jan Pieterszoon Coen, die met groepsreizen de deelnemers wilde interesseren voor topfuncties in Indië. Er moest dan wel een verslag worden geschreven over enkele projecten die onderweg werden bezocht. Hermann Hülsmann beperkte zich niet tot de beschrijving van 'enkele projecten'. Hij zette zo veel mogelijk waarnemingen op papier. En hij maakte er foto's bij. Het resultaat is een levendig en vaak humoristisch geschreven verslag van een tijdsbeeld. Het dagboek begint met de avontuurlijke heenreis met de boot door het Suezkanaal. In Indië bezoekt hij bekende trekpleisters, die toen nog niet zo toeristisch waren als nu. En hij schrijft uitgebreid over het dagelijks leven en werken in die tijd. 'Mijn reis naar Indië' bevat veel bijzondere wetenswaardigheden, onder andere over de toenmalige stand van de techniek. Hermann eindigt zijn bezoek met een reis door Atjeh met de zogenaamde Atjeh Tram (opgeheven in 1962). In dit deel van het dagboek beschrijft hij onder andere de wegenbouwprojecten in dit toen nog onontgonnen gebied. Voor Hermann Hülsmann (1902-1983) bleef dit de reis van zijn leven. Uiteindelijk is hij niet naar Indië gegaan om daar een leidende functie te gaan vervullen. In plaats daarvan koos hij voor een carrière bij de rechterlijke macht in Nederland. En niet zonder succes: hij nam afscheid van zijn werkzame leven als Raadsheer van de Hoge Raad der Nederlanden.geschiedenis

Elma Drayer
Deze ontspoorde wereld
Van 1940 tot 1944 houdt de in Nederland wonende Duits-Joodse Paula Bermann een dagboek bij. Dat doet ze in het Kurrentschrift, een Duitse schrijfmethode die nog maar weinigen kunnen lezen. Het dagboek vormt een beklemmend verslag over de wereld in oorlog, haar Nederlandse gezin en haar familie in Duitsland. Ze is politiek zeer goed geïnformeerd en beschrijft het dagelijks leven in Amsterdam en vanaf 1942 in onderduik in Jutphaas gedetailleerd. Tussen de regels door klinken haar angsten en verlangens, en haar weerzin tegen een opgelegde identiteit: zowel Duits als Joods. Als Duitse wordt ze gewantrouwd, als Joodse opgejaagd. Bermanns dagboekaantekeningen zijn doortrokken van weemoed, boosheid, zorg om haar kinderen, afkeer van haar landgenoten en angst voor verraad. Het dagboek eindigt abrupt: voorjaar 1944 worden Paula, haar man Coen en hun dochter Inge verraden, opgepakt en via Westerbork naar Bergen-Belsen gedeporteerd. Vlak voor de bevrijding sterven Paula en Coen. Hun drie kinderen overleven de oorlog.geschiedenis

Ingrid van der Vlis
Door het land van de Sultan
Carel Quina (1622-1689) was een rijke Amsterdammer, die in 1668 vertrok naar het Heilige Land. Zijn relaas is een van de zeldzame 17de-eeuwse Nederlandstalige pelgrimsverslagen van een reis naar Jeruzalem. Het biedt een unieke blik op het reizen in Quina's tijd.Quina ondernam de reis zowel vanuit zijn calvanistische geloof als vanuit zijn
humanistische nieuwsgierigheid. Hij reisde niet meer louter als pelgrim, maar ook als
'toerist'. Hij nam souvenirs mee, onder andere een houden maquette van de Heilige
Grafkerk ingelegd met parelmoer en ivoor ? tot op heden een uniek museumobject.
Met
name het feit dat Quina niet de gebruikelijke makkelijke route nam ? via Venetië en
dan over zee naar Jaffa ? maar over land reisde door het Ottomaanse Rijk, maakte zijn
verhaal bijzonder. Quina verkoos de avontuurlijke route door nog grotendeels vijandig
gebied boven de gebaande paden over zee.
geschiedenis
