Gerelateerde producten
geschiedenis

Peter Karstkarel
Dag, mijn lieve moeder
Al bijna een decennium lang zijn Peter en Klaske Karstkarel bezig met het in kaart brengen van de grafcultuur in Friesland. Ontroerende aanleiding daarvoor was de vondst van een kleine grafsteen op het kerkhofje van Brongerga, met daarop in eenvoudige letters 'Dag, mijn lieve moeder'. Het zerkje gaf geen naam en geen datum prijs, het was een graf voor iedere moeder en van alle tijden. Sinds die dag hebben ze ruim 480 kerkhoven en begraafplaatsen en honderden kerken in Friesland bezocht. Met als resultaat een imposant verslag in boekvorm van hun jarenlange graventocht. In maar liefst 26 rijk geïllustreerde hoofdstukken besteden de Karstkarels allereerst aandacht aan de prehistorie, met onder meer sarcofagen en dekstenen, de latere gotische zerken en uiteraard de trots van de Friese cultuurgeschiedenis: de renaissancezerken van grote meesters. Daarna wordt de funeraire cultuur buiten de kerken uitgebreid besproken en in beeld gebracht. Te beginnen met het verbod om in de kerken te begraven en de verplichting om begraafplaatsen buiten de bebouwde kom te stichten. Vervolgens komen familiebegraafplaatsen van de elite, de grafkelders en gravenvelden voor deze maatschappelijke klasse aan de orde en volgt een zeer ruim overzicht van Friese kerkhoven en begraafplaatsen. Van algemene tot katholieke en joodse, maar ook de laatste rustplaatsen van dieren. Een opmerkelijk hoofdstuk is gewijd aan bijzondere voorbeelden van grafpoëzie. Die soms een glimlach opwekken, tot vertedering leiden of juist tot nadenken stemmen. En emotie is er ook in andere vormen. Zoals bij het lezen van in steen gebeitelde drama's. Ouders die hun kinderen verloren, schaatsongevallen, schipbreukelingen, slachtoffers van oorlogshandelingen. 'Dag, mijn lieve moeder' neemt de lezer mee op een ontroerende reis kriskras door de provincie. Een reis die geen eindpunt kent, maar juist het begin is van een indrukwekkende kennismaking met de grafcultuur in Friesland.natuur

Jelle Reumer
Wildlife in Rotterdam
In het kielzog van 's werelds meest succesvolle diersoort Homo sapiens hebben steeds meer dieren en planten hun leefgebied naar de stad uitgebreid. Bergketens van glas en beton, hoog industriële savannes, metrogangen en vuilstortplaatsen vormen minstens zo'n geschikte habitat als oerbos of nieuwe wildernis. Welke gevolgen heeft deze verplaatsing van het strijdtoneel voor Natuurmonumenten en Wereld Natuur Fonds, voor stedenbouwkundigen en architecten; en voor biologen, want moeten de patatmeeuw en de vinexvos niet evenzeer worden gekoesterd als de witte tijger en het zeehondje? 'Wildlife in Rotterdam' is een kleine geschiedenis van de stadsecologie en een ode aan de veerkracht van de natuur. Jelle Reumer speculeert met aanstekelijk plezier over de stedelijke natuur van de toekomst en wijst op de verrassende evoluties die zich dagelijks onder onze urbane neuzen voltrekken. De tomaat die opschiet langs de tramlijn, de zwaan die een nest bouwt van petflessen, de metromug die de ondergrondse van zijn leven niet verlaat: de stad is een wonderbaarlijk natuurgebied.regio

Joris van Casteren
Lelystad
In Lelystad doet Joris van Casteren verslag van zijn nieuwbouwjeugd, vol vandalisme en valse liefdes. Op hilarische wijze laat hij zien hoe het is om op te groeien in een gemaakte samenleving waar de menselijke maat uit het oog is verloren. Hij beschrijft de troosteloze hofjes van zijn jeugd, bevolkt door Amsterdamse probleemgevallen en gesjeesde zakenlieden. De stad waar zijn progressieve ouders in 1976 vol goede moed naartoe trokken en waar Van Casteren opgroeide, werd geen voorbeeldgemeente, maar veranderde in de meest ongewenste plek van Nederland.geschiedenis
