Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/Russische literatuurgeschiedenis
Willem G. Weststeijn
Russische literatuurgeschiedenis
deel II
€ 29,99 € 15,00
ISBN: 9789045043180.
Bindwijze:
pap
Taal:
NL
Uitgever:
Atlas Contact
Auteur:
Willem G. Weststeijn
Paginas:
340
Categorie: Geschiedenis.
In het tweede deel van ‘Russische literatuurgeschiedenis’ laat Willem Weststeijn zien dat de Russische literatuur ook na de groten een rijk aanbod kent. Met schrijvers als Poesjkin, Dostojevski en Tsjechov heeft de Russische literatuur vanaf 1800 de eerste plaats in de wereld veroverd. En met vele andere auteurs als Boenin, Nabokov, Boelgakov, Pasternak, Achmatova, Mandelstam, Solzjenitsyn en Brodsky heeft het moderne Rusland vervolgens zijn grote literaire traditie voortgezet. Het gaat over bekende en minder bekende negentiende- en twintigste-eeuwse schrijvers, en bevat tevens essays over de literatuur van voor 1800 en na 2000.
Gerelateerde producten
geschiedenis

Willem G. Weststeijn
Russische literatuurgeschiedenis
In Willem Weststeijns 'Russische literatuurgeschiedenis' wordt de opkomst van 's werelds meest vooraanstaande literaire gebieden uitvoerig besproken. De Russische literatuur behoort tot de grootste ter wereld. Eigenlijk is dat een wonder, want tot de negentiende eeuw stond ze geheel in de schaduw van andere Europese literaturen, of liever gezegd: ze bestond eigenlijk niet. Vanaf 1800 werd dat anders en nog geen honderd jaar nadien, na Poesjkin, Gogol, Toergenjev, Tolstoj, Dostojevski en Tsjechov, had de Russische literatuur de eerste plaats in de wereld veroverd. En met auteurs als Boenin, Boelgakov, Pasternak en vele anderen heeft het moderne Rusland vervolgens zijn grote literaire traditie voortgezet. Atlas Contactpap - 544 blz
geschiedenis

K. de Jong Ozn.
Gods eer zij ’t merk van al uw werk
'De Geschiedenis van het Friesch Dagblad' kan worden omschreven als de biografie van een krant (verschijnend sinds 1903). In dit tweede deel wordt de periode 1935-1971 behandeld: de tijd van de economische crisis van de jaren dertig en het leiderschap van Colijn, de Tweede Wereldoorlog en de onderduik van het Friesch Dagblad, het verlies van 'ons Indië', de Nieuw-Guinea kwestie en de grote maatschappelijke omwenteling van de jaren zestig. Het is de tijd waarin Hendrik Algra – antirevolutionair in hart en nieren, lid van de Eerste Kamer en schrijver van vele boeken – de markante hoofdredacteur van het Friesch Dagblad is en zijn stempel op de krant drukt. Net als het voorafgaande deel biedt Deel II een boeiend verhaal over een veranderende wereld, gezien door de ogen van Friese gereformeerden en antirevolutionairen. Bijzondere aandacht is er voor de gebeurtenissen in Friesland en de parlementaire geschiedenis van Nederland. K. de Jong Ozn. (Drachten 1926-Sneek 2011) studeerde Geschiedenis en Nederlands aan de Vrije Universiteit. Hij was achtereenvolgens leraar in Dokkum, rector in Goes en Amersfoort, staatssecretaris van onderwijs (kabinetten Den Uyl en Van Agt 1) en voorzitter van de Unie voor Christelijk Onderwijs. Hij was tien jaar columnist van Het Buitenhof en de Haagsche Courant en schreef lange tijd voor het Centraal Weekblad en het Friesch Dagblad over politiek, onderwijs en literatuur. Hij publiceerde een aantal dichtbundels, een bundel novellen alsook een boek over de geschiedenis van de Unie voor Christelijk Onderwijs (Een verhaal dat verder gaat, 1999). In 2003 verscheen het eerste deel van zijn geschiedenis van het Friesch Dagblad onder de titel Zij zullen het niet hebben. Bornmeergeb - 509 blz
geschiedenis

Klaas van Berkel
Een en al illusies
De mens bouwt zijn bestaan op illusies. Maatschappelijk succes, wetenschappelijke kennis, vriendschap, een gemeenschap waar we bij horen, onze identiteit – vroeg of laat komen we erachter dat we ons een voorstelling hebben gemaakt van iets wat niet bestaat. En als we het niet zelf ontdekken, komt er wel een historicus die aantoont dat alles maar een illusie was. Klaas van Berkel is zo’n historicus. Gedurende zijn loopbaan heeft hij menigmaal zulke ‘ontdekkingen’ gedaan en in deze bundel zijn tien essays van zijn hand verzameld die rond deze thematiek cirkelen. Over een natuurfilosoof die dacht dat hij bevriend was met René Descartes, maar merkt dat die vriendschap niets waard is als de Fransman niet wil erkennen iets van anderen te hebben overgenomen; een zeventiende-eeuwse vernufteling die denkt dat hij in Rome iets tot stand kan brengen waartoe de Italianen zelf niet in staat zijn; een achttiende-eeuwse filosoof die waarschuwt tegen de zoektocht naar het onbekende Zuidland; een twintigste-eeuwse socioloog die de werkelijkheid achter de verschijnselen wil weergeven maar moet ervaren dat dat niet kan. Maar steeds blijft de vraag: als onze wereld op illusies berust, hoe komt het dan dat we op basis daarvan toch iets van beschaving hebben opgebouwd? Prometheuspap - 320 blz
geschiedenis

Sporen in de modder
Als in november 1918 de wapenstilstand ingaat, blijkt dat het buurtspoorwegennetwerk aan beide zijden van het front zeer sterk is uitgebreid. Hier en daar blijven nog stille getuigen van die bovenmenselijke transportinspanning voor het vervoer van troepen en van bepaalde bevoorradingsmiddelen die met de tram of buurtspoorwegen zijn aangevoerd. De tram speelt in de hoofden van de militairen vóór 1914 nauwelijks een rol. Bij de mobilisatie en vooral bij de aftocht naar de versterkte vesting Antwerpen wordt er zorg gedragen voor het verbinden van de verschillende netten en wordt er zo goed als mogelijk rollend materieel uit de handen van de invaller gehouden. Als het Belgische leger begin oktober 1914 terugplooit op Oostende en nadien de stelling achter de IJzer inneemt, speelt de tram een zeer belangrijke rol voor de afvoer van troepen die zich terugtrekken voor de Duitsers. Vrij snel rijpt in de hoofden van de militairen, zowel als de trammaatschappijen dat er werk aan de winkel is. 'Sporen in de modder' vertelt het verhaal van de tram in oorlogstijd. Van de spoorwegen is bekend dat ze tijdens de Eerste Wereldoorlog een belangrijke rol hebben gespeeld in de bevoorrading van het front. Veel minder bekend is dat ook een relatief bescheiden transportmiddel als de trams een groot deel van de bevoorrading en de troepentransport voor zijn rekening nam. Dat had niet alleen te maken met de aanwezigheid van een uitgebreid tramnetwerk in België. Door de aanhoudende bombardementen was het wegennet soms zo grondig verwoest dat terugvallen op trams en smalspoor de enige werkbare oplossing bleek. 'Sporen in de modder' vult een lacune in de kennis van de spoorweggeschiedenis en beperkt zich daarbij niet tot droge feiten en cijfers, maar brengt ook de lotgevallen van trambestuurders en hun passagiers onder de aandacht. Een onmisbaar werk voor iedereen die geïnteresseerd is in militaire geschiedenis. Snoeckgeb - 120 blz