Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/Lemsters op it iis
Nederlandstalig. Een select gezelschap van de ‘heeren sociëteit van Lemmer’ hebben op 6 januari 1861 het plan opgevat om op De Lemmer ‘een hardrijderij op schaatsen te doen houden’. Op 10 januari van dat jaar vond het ijsfestijn daadwerkelijk plaats. Dit op het ‘toegevroren’ water van de Zuiderzee. Na afloop was er een prijsuitreiking, waar genoemde heren een lijst lieten circuleren waarop deelnemers en aanwezigen zich konden inschrijven als lis van een ijsvereniging in oprichting. Op 29 januari 1861 vond de oprichting plaats. De IJsvereniging Lemmer is hiermee een van de oudsten van Nederland. In dit boek de geschiedenis van IJsvereniging Lemmer 1861 – 2011
Gerelateerde producten
geschiedenis

D.J. van de Kaa
De leden van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
Vanaf de oprichting van de Akademie van Wetenschappen in 1808 tot 1 januari 2008 kregen 2820 beoefenaren van de wetenschap of de schone kunsten het bericht dat hun verdiensten erkenning hadden gevonden door een benoeming in dit geleerd genootschap. Of dat bericht nu per trekschuit, koerier te paard, postkoets, (brom)fiets, vliegtuig, telefoon, of e-mail werd overgebracht, het zal veruit de meeste ontvangers met trots en blijdschap hebben vervuld. Wie waren de geleerden, en eerder ook kunstenaars, wie de eer van een benoeming in dit prestigieuze gezelschap ten deel is gevallen? In dit boek zijn alle namen van leden, zowel de Nederlanders als de buitenlanders terug te vinden, met vermelding van datum en categorie van benoeming en vakgebied. Cultuurhistorisch belangwekkende informatie. Voor talrijke families en personen zal het, bovendien, informatief en verhelderend zijn te weten wie er naast hun eigen verwant of bekende nog meer samen met Ludwig van Beethoven, Albert Einstein, Johan Huizinga, Piet Lieftinck, Heike Kamerlingh Onnes, Max Planck, Ary Scheffer, en Jan Tinbergen in de ledenlijst voorkomen. Kern van het boek vormt een, demografisch getinte, analyse van het ledenbestand van de Koninklijke Akademie. Nagegaan wordt hoe de omvang van het bestand in de loop van twee eeuwen varieerde, welke categorieën leden werden onderscheiden, waar ze geboren waren, wat hun gemiddelde leeftijd bij benoeming en overlijden was, waar ze woonden, en waar ze stierven. Ook hun gemiddelde levensverwachting op 50-jarige leeftijd is berekend en is, omdat het overwegend mannen waren, vergeleken met de manlijke bevolking van Nederland als geheel. Ingegaan wordt bovendien op het vergrijzingsaspect dat voor zoveel verenigingen en organisaties een probleem lijkt te vormen. Daartoe worden de effecten van verschillende rekruteringsstrategieën met elkaar vergeleken. Het boek is instructief voor hen die enige tijd de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor een vereniging of genootschap dragen. De bevindingen zijn ook relevant voor de in de samenleving fel gevoerde discussie over de vraag: Hoe lang mogen en kunnen verschillende groepen mensen maatschappelijk actief zijn en, wellicht ook, dienen ze arbeid productief te blijven? Binnen de Akademie kan de studie bijdragen tot het telkens opnieuw actuele onderwerp: Hoe het genootschap, als het voornaamste adviesorgaan van de regering over wetenschappelijke aangelegenheden, het best geïnformeerd, internationaal georiënteerd en gezaghebbend te houden?geschiedenis

K. de Jong Ozn.
Gods eer zij ’t merk van al uw werk
'De Geschiedenis van het Friesch Dagblad' kan worden omschreven als de biografie van een krant (verschijnend sinds 1903). In dit tweede deel wordt de periode 1935-1971 behandeld: de tijd van de economische crisis van de jaren dertig en het leiderschap van Colijn, de Tweede Wereldoorlog en de onderduik van het Friesch Dagblad, het verlies van 'ons Indië', de Nieuw-Guinea kwestie en de grote maatschappelijke omwenteling van de jaren zestig. Het is de tijd waarin Hendrik Algra ? antirevolutionair in hart en nieren, lid van de Eerste Kamer en schrijver van vele boeken ? de markante hoofdredacteur van het Friesch Dagblad is en zijn stempel op de krant drukt. Net als het voorafgaande deel biedt Deel II een boeiend verhaal over een veranderende wereld, gezien door de ogen van Friese gereformeerden en antirevolutionairen. Bijzondere aandacht is er voor de gebeurtenissen in Friesland en de parlementaire geschiedenis van Nederland. K. de Jong Ozn. (Drachten 1926-Sneek 2011) studeerde Geschiedenis en Nederlands aan de Vrije Universiteit. Hij was achtereenvolgens leraar in Dokkum, rector in Goes en Amersfoort, staatssecretaris van onderwijs (kabinetten Den Uyl en Van Agt 1) en voorzitter van de Unie voor Christelijk Onderwijs. Hij was tien jaar columnist van Het Buitenhof en de Haagsche Courant en schreef lange tijd voor het Centraal Weekblad en het Friesch Dagblad over politiek, onderwijs en literatuur. Hij publiceerde een aantal dichtbundels, een bundel novellen alsook een boek over de geschiedenis van de Unie voor Christelijk Onderwijs (Een verhaal dat verder gaat, 1999). In 2003 verscheen het eerste deel van zijn geschiedenis van het Friesch Dagblad onder de titel Zij zullen het niet hebben.geschiedenis

Jan Visser
Ravenhart
In het jaar 12 voor Christus onderwerpen de Friezen zich aan het machtige Rome. Ze zijn daarna verplicht een jaarlijkse belasting af te staan aan de Romeinse keizer. De Friezen profiteren van de aanwezigheid van de Romeinen, want er breekt een periode van rust en stabiliteit aan, waarin de handel opbloeit. Maar onder de oppervlakte smeult een groeiende weerstand tegen de bezetters. Vooral Castellum Flevum, het fort dat de Romeinen vlak bij een heilige plaats hebben gebouwd, is velen een doorn in het oog. Rudgar, zoon van een vooraanstaande Friese boer, groeit op in een periode waarin de vijandschap steeds groter wordt. Een opstand wordt steeds waarschijnlijker. Als Rudgar verliefd wordt op een Romeins meisje, brengt dit hem in een lastig parket. Terwijl de onrust toeneemt en de wereld om hem heen dreigt te ontbranden, probeert hij zich staande te houden. En hij komt er achter dat niet alles is wat het lijkt. 'Ravenhart' is een meeslepende roman over de opstand van eenvoudige Friezen tegen een machtige bezetter. Het is een verhaal over vriendschap en verbittering, geheimen en verraad en de duistere wereld van de Friese goden. Een verhaal dat je niet snel los zal laten. Jan Visser woonde acht jaar in de Verenigde Staten, waar hij als universitair docent werkte. Tijdens zijn verblijf in de VS schreef hij een Engelstalige fantasy trilogie: The Revelations Saga. Inmiddels woont hij weer in Nederland. Na het publiceren van een aantal korte verhalen is dit zijn eerste Nederlandstalige roman.geschiedenis
