Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/Haagse stadsgezichten 1550 – 1800
Haagse stadsgezichten 1550 – 1800
Topografische schilderijen van het Haags Historisch Museum
€ 59,00 Oorspronkelijke prijs was: € 59,00.€ 25,00Huidige prijs is: € 25,00.
ISBN: 9789066303133. Bindwijze: geb Taal: NL Uitgever: Waanders Paginas: 747 Categorie: Geschiedenis.
In de collectie van het Haags Historisch Museum in Den Haag bevinden zich uit de periode 1550-1800, 62 topografische schilderijen van Den Haag en omgeving, die zowel door bekende kunstenaars als Jan van Goyen, Jan Steen Gerrit Berckheyde, de familie La Fargue en Jan ten Compe; als door minder bekende kunstenaars zijn gemaakt. Tot op heden is er nog maar weinig onderzoek naar deze werken gedaan. Met Haagse stadsgezichten wordt definitief een einde aan deze situatie gemaakt.
Gerelateerde producten
geschiedenis
Anne Leussink
Op reis met pen en penseel
In 1863 begon de Dordtse kunstenaar Frans Lebret, samen met zijn broer Jan Hendrik, aan een reis naar Java. Het doel hiervan was een bezoek aan hun broer Gerrit, suikerfabrikant te Pasuruan op Oost-Java. De broers Lebret ondernamen deze reis als toeristen. Ze reisden per trein naar Marseille, vervolgens met de Franse maildienst vanuit Marseille naar Alexandrië en via de zogenoemde Overland route per trein naar Suez. Van daar gingen de broers per schip via Singapore naar Batavia. Het verblijf bij Gerrit op Kedawung werd door Frans en Jan Hendrik benut om diverse tochten in de omgeving van Pasuruan te maken. Alvorens terug te gaan naar Nederland maakten de Dordtse broers in gezelschap van Gerrit en diens vrouw een rondreis van drie weken over Java, om ?alzoo een geheel overzigt van Java te hebben?. Na vijf maanden van huis geweest te zijn, kwamen ze weer aan in Dordrecht. Frans Lebret hield een reisdagboek bij van deze onderneming. Op levendige wijze deed hij verslag over de dagelijkse beslommeringen aan boord en de diverse avonturen onderweg. Daarnaast legde Frans in meer dan honderd tekeningen, aquarellen en schetsen de voor hem onbekende wereld vast. Het reisverslag en de tekeningen worden door de Linschoten-Vereeniging voor het eerst integraal gepubliceerd. Een uniek exponent van een in de negentiende eeuw snel in populariteit toenemend fenomeen: het toerisme. Deel 116 uit de reeks Werken van de Linschoten-Vereeniging. Walburg Persgeb - 544 blz
geschiedenis
Sporen in de modder
Als in november 1918 de wapenstilstand ingaat, blijkt dat het buurtspoorwegennetwerk aan beide zijden van het front zeer sterk is uitgebreid. Hier en daar blijven nog stille getuigen van die bovenmenselijke transportinspanning voor het vervoer van troepen en van bepaalde bevoorradingsmiddelen die met de tram of buurtspoorwegen zijn aangevoerd. De tram speelt in de hoofden van de militairen vóór 1914 nauwelijks een rol. Bij de mobilisatie en vooral bij de aftocht naar de versterkte vesting Antwerpen wordt er zorg gedragen voor het verbinden van de verschillende netten en wordt er zo goed als mogelijk rollend materieel uit de handen van de invaller gehouden. Als het Belgische leger begin oktober 1914 terugplooit op Oostende en nadien de stelling achter de IJzer inneemt, speelt de tram een zeer belangrijke rol voor de afvoer van troepen die zich terugtrekken voor de Duitsers. Vrij snel rijpt in de hoofden van de militairen, zowel als de trammaatschappijen dat er werk aan de winkel is. 'Sporen in de modder' vertelt het verhaal van de tram in oorlogstijd. Van de spoorwegen is bekend dat ze tijdens de Eerste Wereldoorlog een belangrijke rol hebben gespeeld in de bevoorrading van het front. Veel minder bekend is dat ook een relatief bescheiden transportmiddel als de trams een groot deel van de bevoorrading en de troepentransport voor zijn rekening nam. Dat had niet alleen te maken met de aanwezigheid van een uitgebreid tramnetwerk in België. Door de aanhoudende bombardementen was het wegennet soms zo grondig verwoest dat terugvallen op trams en smalspoor de enige werkbare oplossing bleek. 'Sporen in de modder' vult een lacune in de kennis van de spoorweggeschiedenis en beperkt zich daarbij niet tot droge feiten en cijfers, maar brengt ook de lotgevallen van trambestuurders en hun passagiers onder de aandacht. Een onmisbaar werk voor iedereen die geïnteresseerd is in militaire geschiedenis. Snoeckgeb - 120 blz
geschiedenis
Een huwelijk aan diggelen
De havens liggen vol met koopvaardijschepen, die goederen uit verre landen brengen, zoals hout en graan uit het Oostzeegebied, zout uit Mediterrane landen en specerijen uit Azië. Vanuit de havens varen honderden vissersschepen uit voor de haringvisserij. In de stad zijn talloze scheepswerven, touwslagerijen, kuiperijen en smederijen. Meer dan 20.000 mensen wonen en werken hier. Dit is het Enkhuizen van de 17de eeuw. De stad heeft een grote aantrekkingskracht. Eén van de personen die zich in Enkhuizen vestigt, is dokter Zacheus de Jager. Hij trouwt hier met Margaretha, een dochter uit de rijke familie Van Beresteyn. Het echtpaar behoort tot de rijkste bovenlaag. Het huwelijk loopt in 1649 uit op een grote ruzie, die in die tijd het gesprek van de dag in de stad moet zijn geweest. Uiteindelijk verlaat Margaretha haar man en neemt al haar spullen mee. Bij een opgraving aan de Torenstraat in Enkhuizen is een afvalput gevonden vol met voorwerpen die van het echtpaar zijn geweest, waaronder glaswerk uit de dokterspraktijk, bier- en wijnglazen en duur porselein. Dankzij deze vondst en alle archiefstukken krijgen we een bijzondere inkijk in het bewogen leven van Zacheus en Margaretha. Dit historische verhaal neemt ons mee naar het 17de-eeuwse Enkhuizen en laat zich lezen als een roman. LM Publisherspap - 192 blz
geschiedenis
Herman Hülsmann
Mijn reis naar Indië 1928-1929
In dit dagboek neemt Hermann Hülsmann ons mee op reis naar het toen nog verre Nederlands-Indië. Hülsmann was samen met drie andere studenten uitgenodigd door de Vereeniging Jan Pieterszoon Coen, die met groepsreizen de deelnemers wilde interesseren voor topfuncties in Indië. Er moest dan wel een verslag worden geschreven over enkele projecten die onderweg werden bezocht. Hermann Hülsmann beperkte zich niet tot de beschrijving van 'enkele projecten'. Hij zette zo veel mogelijk waarnemingen op papier. En hij maakte er foto's bij. Het resultaat is een levendig en vaak humoristisch geschreven verslag van een tijdsbeeld. Het dagboek begint met de avontuurlijke heenreis met de boot door het Suezkanaal. In Indië bezoekt hij bekende trekpleisters, die toen nog niet zo toeristisch waren als nu. En hij schrijft uitgebreid over het dagelijks leven en werken in die tijd. 'Mijn reis naar Indië' bevat veel bijzondere wetenswaardigheden, onder andere over de toenmalige stand van de techniek. Hermann eindigt zijn bezoek met een reis door Atjeh met de zogenaamde Atjeh Tram (opgeheven in 1962). In dit deel van het dagboek beschrijft hij onder andere de wegenbouwprojecten in dit toen nog onontgonnen gebied. Voor Hermann Hülsmann (1902-1983) bleef dit de reis van zijn leven. Uiteindelijk is hij niet naar Indië gegaan om daar een leidende functie te gaan vervullen. In plaats daarvan koos hij voor een carrière bij de rechterlijke macht in Nederland. En niet zonder succes: hij nam afscheid van zijn werkzame leven als Raadsheer van de Hoge Raad der Nederlanden. LM Publishersgeb - 512 blz