Pieter Bruegel wordt vaak beschouwd als dé belichaming van de Vlaamse identiteit. Waarom is dat zo, sinds de revival van zijn werk rond 1900? Hoe komt het dat hij uitgroeide tot een icoon, een onuitputtelijke bron van inspiratie én een huizenhoog cliché? In ‘Feast of Fools’, Bruegel herontdekt, van 7 april tot 28 juli 2019, maakt de bezoeker kennis met een reeks sleutelwerken van Vlaamse en internationale kunstenaars die ‘iets met Bruegel hebben’. Ze knopen aan bij zijn thema’s.
Gerelateerde producten
kunst

Jan Cremer, Wim van der Linden
Working class hero
Schrijver en beeldend kunstenaar Jan Cremer (1940) stamt van vaderszijde uit een familie van hoefsmeden en beroepsmilitairen uit Pruisen en Hessen, zijn moeders familie is afkomstig uit Hongarije. Korte tijd volgde hij een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunst in Arnhem. Als schilder kreeg hij snel erkenning met zijn 'peinture barbarisme', intussen reist hij veel en woont overal. In het najaar van 1963 zwerven Jan Cremer en Wim van der Linden ieder weekend samen door Amsterdam. Wim van der Linden heeft een hok met een donkere kamer op Kattenburg, Jan Cremer heeft al een gezin en woont in de Jodenhouttuinen. De huizen die ze daar bewonen, zijn allang gesloopt. Amsterdam in 1963 is een stad in doodsnood. Het is alles sloop en verval. In die puingruwel staat Jan Cremer en kijkt hongerig in de lens. Op zijn drieëntwintigste heeft Jan Cremer een heel leven achter de rug, maar ondanks zijn successen als schilder is hij arm gebleven en noodgedwongen werkt hij in de haven. De Cremer die Wim van der Linden vastlegt, is hard op weg om van 'working class' tot 'working class hero' uit te groeien. Op alle foto's die Wim van der Linden in 1963 van hem maakt, is hij de belichaming van het nieuwe, van de dingen die komen gaan. Het icoon van de verandering wordt de foto van Jan Cremer op zijn Harley Davidson, de coverfoto van Ik Jan Cremer, dat in 1964 verschijnt. Daarna is alles anders. Wim van der Linden en Jan Cremer zullen nog tien jaar samen optrekken. Tussen 1963 en 1969 maakt hij zo'n duizend foto's van Jan Cremer, waarvan het grootste deel zich bevindt in het archief van Cremer. In dit boek zijn 80 door Jan Cremer uitgekozen foto's verzameld. Ze geven niet alleen een beeld van Jan Cremer, maar ze zijn ook een monument voor de vriendschap van twee kunstenaars, de schrijver en de fotograaf.kunst

Geordie Greig
Ontbijten met Lucian
Lucian Freud behoort tot de belangrijkste en beroemdste schilders van zijn tijd. Maar zijn hartstochtelijke leven als kunstenaar en zijn kleurrijke privéleven hield hij graag achter een muur van geheimzinnigheid verborgen. In dit opmerkelijke boek wordt die muur voor het eerst geslecht. Tien jaar lang behoorde Geordie Greig tot een select groepje vrienden dat geregeld met Lucian Freud ontbeet bij Clarke's in Londen. Een ouderwetse salon, met Freud als middelpunt. Voor het eerst vertelt Freud vrijmoedig over kunst en over zijn persoonlijk leven. Over hoe hij David Hockney schilderde, met paarden sliep, hoe hij ontkwam aan de gangstertweeling Kray en hoe hij koningin Elizabeth portretteerde. Over zijn controversiële rol als vader, zijn geliefden, zijn vele kinderen, zijn vijanden en zijn goklust. Freud houdt de lezer in zijn greep met onverbloemde verhalen over zijn wilde nachten, over hoe hij danste met Garbo en een naaktportret schilderde van Kate Moss. Hij praat ook vrijuit over zijn kunst, over de totstandkoming van zijn oeuvre, en over waarom Velázquez de grootste schilder aller tijden was. Niet alleen Freud zelf komt aan het woord. Na decennia zwijgen en geheimhouding vertellen intimi eindelijk openhartig over hun omgang met de grootste figuratieve portretschilder van de twintigste eeuw. Zo is 'Ontbijten met Lucian', drie jaar na zijn dood, een pregnant intiem portret geworden van de kunstenaar als jonge en als ouder wordende man.
kunst

Harold van de Perre
Bruegel
Was Pieter Bruegel de Oude een ?late middeleeuwer?? Een humanist? Een realist? Een spotvogel of een moralist? Geen enkele schilder wordt zo tegenstrijdig onthaald als Bruegel. Harold Van De Perre is de eerste beeldende kunstenaar die een boek schrijft over de grootmeester. Naast de bestaande kunsthistorische benaderingen brengt hij zijn aanvullende, vernieuwende visie. Zijn boek is een beeldessay: hij kijkt met de ogen van een schilder naar de picturale, coloristische en compositorische kwaliteiten van Bruegels werk. Hoe lost Bruegel vormproblemen op? Waartoe leidt een vergelijking tussen de kunst van Bruegel en die van schilders uit andere tijden? Hoe gedragen de beelden van Bruegel zich naast fotobeelden uit de 20ste eeuw?kunst
