Hafid Bouazza richt zich in De vierde gongslag op opera; hij gaat in op de structurele aspecten van het verhaal, zowel narratief als muzikaal en onderzoekt of de muziek hetzelfde verhaal vertelt als de literaire plot. Vaak verklankt de muziek de psychologie van de karakters en geeft er zelfs commentaar op – met fascinerende resultaten als gevolg.
FMB – geb – 126 pag – incl. CD
Gerelateerde producten
muziek

Louis Grijp
De kist van Pierlala
Straatliederen uit het geheugen van Nederland
Eeuwenlang werden straatliederen op markten en pleinen gezongen. Straatzangers brachten een scala aan liederen ten gehore, van moord en rampliederen tot vaderlandse klassiekers, van sentimentele krakers tot bijtende spotliederen. Populaire liedjes verschenen op gedrukte liedbladen die op straat werden verkocht. In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw ontstonden twee omvangrijke verzamelingen van de straatliedjes, die nu bewaard worden door de Koninklijke Bibliotheek en het Meertens Instituut. De meeste liedjes werden geschreven op bestaande melodieën, die door iedereen konden worden meegezongen. Ze zaten in het geheugen van de Nederlanders. De populairste straatliederen zijn nu samengebracht in De kist van Pierlala. Voor ruim anderhalf miljoen Nederlanders die regelmatig in koorverband zingen (van smartlap tot Matthäus Passion) is er bij een groot deel van de liederen bladmuziek toegevoegd.
Bert Bakker – geb – 346 pag
muziek

René van Stipriaan
Ooggetuigen van de Rock & Roll
In Ooggetuigen van de Rock 'n'Roll gaat het over opwinding, in alle vormen die maar denkbaar zijn, en het gaat over muziek, over liedjes van ongeveer drie minuten. Vanaf halverwege de jaren vijftig brachten Elvis Presley, Jerry Lee Lewis, Buddy Holly en Little Richard de muziekwereld in beweging. Enige jaren later ontketenden The Beatles, The Rolling Stones, The Who, Bob Dylan en honderden anderen een revolutie, die de grenzen van de muziek ver voorbij ging. Het modebeeld veranderde, de gezagsverhoudingen gingen ondersteboven, de liefde werd 'vrij', en drugs openden deuren naar heel nieuwe sferen. Muziek begon de wereld te vullen, en nu, ongeveer een halve eeuw later is muziek letterlijk overal.
Bert Bakker – pap – 415 pag
muziek

Niek Nelissen
Willem van Otterloo
Willem van Otterloo was één van de vier belangrijkste Nederlandse dirigenten van de twintigste eeuw. Als componist liet hij een klein maar verfijnd oeuvre na. Zijn bekendste werk is de Symphoniëtta (1943), die behoort tot de meest gespeelde Nederlandse composities. Van Otterloo's levensverhaal geeft een interessant tijdsbeeld van het muziekleven tussen 1928 en 1978. Hij begon zijn loopbaan als tutticellist in het Utrechts Stedelijk Orkest. Een compositieprijsvraag van het Concertgebouw in 1932 bleek bepalend voor zijn toekomst. De orkestsuite die hij instuurde, werd bekroond met de eerste prijs en hij mocht de uitvoering door het Concertgebouworkest zelf dirigeren. Het USO stelde hem in 1934 aan als tweede en in 1937 als eerste dirigent. Hij bleef aan toen het USO in 1943 werd ingezet bij de Europasender, een Duitse propagandazender. Dit kwam hem na de bevrijding te staan op een veroordeling door de Ereraad voor de muziek. In 1949 werd Van Otterloo eerste dirigent van het Residentie Orkest, dat hij bijna een kwart eeuw leidde. Het Haagse orkest ging met hem een ongekende bloeitijd tegemoet. In 1950 werd hij een van de vaste dirigenten van het nieuwe platenlabel van Philips, dat hem behalve met het RO opnamen liet maken in Berlijn, Parijs en Wenen. De vele Philips-lp's droegen bij tot zijn internationale reputatie. Na het overlijden van Eduard van Beinum in 1959 werd algemeen verwacht dat hij diens opvolger zou worden bij het Concertgebouworkest. De keuze viel echter op Bernard Haitink en Van Otterloo bleef in Den Haag. In de jaren zestig kwam Van Otterloo bij het RO onder vuur te liggen door de roep om inspraak en repertoirevernieuwing. Als gastdirigent verlegde hij zijn activiteiten deels naar het buitenland. Na zijn vertrek bij het RO in 1973 werd hij chef-dirigent van het Sydney Symphony Orchestra. In 1978 overleed hij in Australië bij een verkeersongeval. Recensie: Dit vlot geschreven imposante boek is een handelsuitgave van een academisch proefschrift over de introverte levens- en musiceerstijl van een van Nederlands bekende orkestleiders met een interessant tijdsbeeld (1933-1978). Zelf voortgekomen uit de orkestpraktijk stond hij als vaste dirigent "op de bok" van respectievelijk het Utrechts Stedelijk Orkest en het Residentie Orkest. Ook de kronieken van beide ensembles uit die periode worden door de promovendus - muziekjournalist en leraar vwo geschiedenis - in detail beschreven. Voor diegenen die onder Van Otterloo hebben gespeeld, is dit relaas 'gefundenes Fressen'. Maar voor hen niet alleen! Het boek bevat naast talrijke bijlagen en foto's een dvd met een tweetal televisieregistraties uit respectievelijk 1963 (Gebouw K&W Den Haag, Brahms III) en 1976 (St. Bavokerk Haarlem, Beethoven IX). Het boek en de dvd zijn toonaangevend voor de onderhavige periode van het orkestbedrijf. Metagegevens • Van Gruting • Gebonden • 629 pagina’s • ISBN 9789075879407 • NUR: 660 - Muziek algemeen • Genre: Kunst, Muziek, Biografieën • Trefwoorden: Dirigent, Residentie Orkest, Van Otterloo Over de auteur: Niek Nelissen (1952) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is werkzaam als leraar aan het Stedelijk Gymnasium in Arnhem en als toetsdeskundige bij het Cito. Als muziekjournalist schreef hij een groot aantal artikelen voor muziektijdschriften en toelichtingen bij cd-uitgaven op muziekhistorisch gebied. De biografie van Willem van Otterloo is de handelsuitgave van het proefschrift dat hij in 2009 verdedigde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Over de uitgever: Uitgeverij Van Gruting, opgericht in 1996, legt zich toe op het uitgeven van boeken op het terrein van geschiedenis, kunstgeschiedenis, muziekgeschiedenis en literatuurgeschiedenis.kunst
