Terug/Home/Webwinkel ramsj.nl /Geschiedenis/De Velperweg in kaart gebracht 1600-1795
‘De Velperweg in kaart gebracht 1600–1795’ is een drieluik over de Velperweg bij Arnhem. Deel 1 begint met anekdotisch getinte voorvallen die in dit gebied hebben plaatsgehad, en met een uitgebreide verkenning van de Velperweg zelf. Deel 2 geeft verhalen rond enkele belangrijke Arnhemse families, onder andere Huygens en Van Dans. Deel 3 biedt geografisch geordende informatie over elk perceel afzonderlijk in de Geylhorn en de Monnikhuizer Tiend.
Gerelateerde producten
geschiedenis

Herman Hülsmann
Mijn reis naar Indië 1928-1929
In dit dagboek neemt Hermann Hülsmann ons mee op reis naar het toen nog verre Nederlands-Indië. Hülsmann was samen met drie andere studenten uitgenodigd door de Vereeniging Jan Pieterszoon Coen, die met groepsreizen de deelnemers wilde interesseren voor topfuncties in Indië. Er moest dan wel een verslag worden geschreven over enkele projecten die onderweg werden bezocht. Hermann Hülsmann beperkte zich niet tot de beschrijving van 'enkele projecten'. Hij zette zo veel mogelijk waarnemingen op papier. En hij maakte er foto's bij. Het resultaat is een levendig en vaak humoristisch geschreven verslag van een tijdsbeeld. Het dagboek begint met de avontuurlijke heenreis met de boot door het Suezkanaal. In Indië bezoekt hij bekende trekpleisters, die toen nog niet zo toeristisch waren als nu. En hij schrijft uitgebreid over het dagelijks leven en werken in die tijd. 'Mijn reis naar Indië' bevat veel bijzondere wetenswaardigheden, onder andere over de toenmalige stand van de techniek. Hermann eindigt zijn bezoek met een reis door Atjeh met de zogenaamde Atjeh Tram (opgeheven in 1962). In dit deel van het dagboek beschrijft hij onder andere de wegenbouwprojecten in dit toen nog onontgonnen gebied. Voor Hermann Hülsmann (1902-1983) bleef dit de reis van zijn leven. Uiteindelijk is hij niet naar Indië gegaan om daar een leidende functie te gaan vervullen. In plaats daarvan koos hij voor een carrière bij de rechterlijke macht in Nederland. En niet zonder succes: hij nam afscheid van zijn werkzame leven als Raadsheer van de Hoge Raad der Nederlanden.geschiedenis

Vincent A.J. Klooster
Driftig van spraak, levendig van gang
'Driftig van spraak, levendig van gang' is een zelfportret van Dirk Hendrik Kolff. Het bestrijkt zijn 38 actieve jaren in dienst van de zeemacht van achtereenvolgens de Republiek onder stadhouder Willem V, de Bataafse Republiek, de nieuwe soevereine staat van 1813 en het Koninkrijk van 1815. Kolff legde op levendige wijze zijn meest curieuze herinneringen vast: als jong luitenant met het eskader van Van Braam naar Indië, aan de gevechten in Maleisië en Riouw, aan Java en Ceylon en aan zijn latere belevenissen op de rede van het Ottomaanse Smyrna. Hij vertelt over zijn eigen rol bij de dramatische gebeurtenissen van de jaren 1794-1795, als de oude Republiek ineenstort. Hij beschrijft de slag bij Kamperduin in 1797, die hij als commandant meemaakte, en doet verslag van de overgave in 1799 van het eskader in de Vlieter aan de Engelsen. Uit deze cruciale periode uit de geschiedenis van Nederland als zeevarende natie zijn vrijwel geen persoonlijke verhalen bekend. Boeiend is ook het relaas van Kolffs ontsnapping uit gevangenschap wegens vermeend hoogverraad en Oranjegezindheid tijdens de Vlieterepisode. Maar er zijn ook lichtere momenten: zijn vriendschap met de olifanten Hans en Parkie die zijn schip in 1786 voor de menagerie van prins Willem V meebracht uit Ceylon en zijn verbazing over de snelheid waarmee enkele van zijn beschermelingen van lage rang in deze revolutionaire tijd de politieke top bereiken. Deel 110 uit de reeks Werken van de Linschoten-Vereeniging.geschiedenis

Peter Karstkarel
Dag, mijn lieve moeder
Al bijna een decennium lang zijn Peter en Klaske Karstkarel bezig met het in kaart brengen van de grafcultuur in Friesland. Ontroerende aanleiding daarvoor was de vondst van een kleine grafsteen op het kerkhofje van Brongerga, met daarop in eenvoudige letters 'Dag, mijn lieve moeder'. Het zerkje gaf geen naam en geen datum prijs, het was een graf voor iedere moeder en van alle tijden. Sinds die dag hebben ze ruim 480 kerkhoven en begraafplaatsen en honderden kerken in Friesland bezocht. Met als resultaat een imposant verslag in boekvorm van hun jarenlange graventocht. In maar liefst 26 rijk geïllustreerde hoofdstukken besteden de Karstkarels allereerst aandacht aan de prehistorie, met onder meer sarcofagen en dekstenen, de latere gotische zerken en uiteraard de trots van de Friese cultuurgeschiedenis: de renaissancezerken van grote meesters. Daarna wordt de funeraire cultuur buiten de kerken uitgebreid besproken en in beeld gebracht. Te beginnen met het verbod om in de kerken te begraven en de verplichting om begraafplaatsen buiten de bebouwde kom te stichten. Vervolgens komen familiebegraafplaatsen van de elite, de grafkelders en gravenvelden voor deze maatschappelijke klasse aan de orde en volgt een zeer ruim overzicht van Friese kerkhoven en begraafplaatsen. Van algemene tot katholieke en joodse, maar ook de laatste rustplaatsen van dieren. Een opmerkelijk hoofdstuk is gewijd aan bijzondere voorbeelden van grafpoëzie. Die soms een glimlach opwekken, tot vertedering leiden of juist tot nadenken stemmen. En emotie is er ook in andere vormen. Zoals bij het lezen van in steen gebeitelde drama's. Ouders die hun kinderen verloren, schaatsongevallen, schipbreukelingen, slachtoffers van oorlogshandelingen. 'Dag, mijn lieve moeder' neemt de lezer mee op een ontroerende reis kriskras door de provincie. Een reis die geen eindpunt kent, maar juist het begin is van een indrukwekkende kennismaking met de grafcultuur in Friesland.geschiedenis
