Fotograaf Peter Elenbaas maakte al vele tientallen vluchten boven de stad, maar blijft zich verbazen over de gebouwen, straatpatronen en vernieuwingen. Voor ‘Cloudless Amsterdam’ koos hij bijzondere locaties en zoomde daar op in. Overzichtsfoto’s worden afgewisseld met foto’s van opmerkelijke gebouwen in close-up. Lambiek Berends verzamelde de feiten over de stad en zijn bewoners.
Gerelateerde producten
kunst

Theo Rouwhorst
Bewaard voor Amsterdam
Het historisch stadsbeeld van Amsterdam spreekt enorm tot de verbeelding, zowel bij de bewoners als bij de talloze bezoekers. In dit stadsbeeld spelen de silhouetten van de geveltoppen een niet weg te denken rol. De klokgevels, halsgevels en lijstgevels vormen het silhouet van de stad zoals de Eiffeltoren dat doet voor Parijs. Er is op dit moment dan ook nauwelijks nog iemand die deze beeldbepalende rol ontkent. Toch lag dit nog niet zolang geleden anders. Theo Rouwhorst beschrijft in dit boek de inspanningen van de gemeente, met name van Monumentenzorg, en van particulieren en particuliere instellingen om de geveltoppen te bewaren en waar mogelijk te herplaatsen. 'Bewaard voor Amsterdam' laat aan de hand van talrijke historische en actuele foto's zien hoe herplaatste gevels weer bijdragen aan het stadsbeeld en stelt de vraag of de nog resterende gevels en fragmenten die zijn bewaard voor Amsterdam, weer ín de stad een plaats kunnen krijgen.geschiedenis

Peter Karstkarel
Dag, mijn lieve moeder
Al bijna een decennium lang zijn Peter en Klaske Karstkarel bezig met het in kaart brengen van de grafcultuur in Friesland. Ontroerende aanleiding daarvoor was de vondst van een kleine grafsteen op het kerkhofje van Brongerga, met daarop in eenvoudige letters 'Dag, mijn lieve moeder'. Het zerkje gaf geen naam en geen datum prijs, het was een graf voor iedere moeder en van alle tijden. Sinds die dag hebben ze ruim 480 kerkhoven en begraafplaatsen en honderden kerken in Friesland bezocht. Met als resultaat een imposant verslag in boekvorm van hun jarenlange graventocht. In maar liefst 26 rijk geïllustreerde hoofdstukken besteden de Karstkarels allereerst aandacht aan de prehistorie, met onder meer sarcofagen en dekstenen, de latere gotische zerken en uiteraard de trots van de Friese cultuurgeschiedenis: de renaissancezerken van grote meesters. Daarna wordt de funeraire cultuur buiten de kerken uitgebreid besproken en in beeld gebracht. Te beginnen met het verbod om in de kerken te begraven en de verplichting om begraafplaatsen buiten de bebouwde kom te stichten. Vervolgens komen familiebegraafplaatsen van de elite, de grafkelders en gravenvelden voor deze maatschappelijke klasse aan de orde en volgt een zeer ruim overzicht van Friese kerkhoven en begraafplaatsen. Van algemene tot katholieke en joodse, maar ook de laatste rustplaatsen van dieren. Een opmerkelijk hoofdstuk is gewijd aan bijzondere voorbeelden van grafpoëzie. Die soms een glimlach opwekken, tot vertedering leiden of juist tot nadenken stemmen. En emotie is er ook in andere vormen. Zoals bij het lezen van in steen gebeitelde drama's. Ouders die hun kinderen verloren, schaatsongevallen, schipbreukelingen, slachtoffers van oorlogshandelingen. 'Dag, mijn lieve moeder' neemt de lezer mee op een ontroerende reis kriskras door de provincie. Een reis die geen eindpunt kent, maar juist het begin is van een indrukwekkende kennismaking met de grafcultuur in Friesland.geschiedenis

Erwin van Loo
100 Jaar luchtvaart tussen Gilze en Rijen
In augustus 1910 vonden boven de Molenheide tussen de dorpen Gilze en Rijen de eerste bescheiden vliegbewegingen plaats met een Blériotvliegtuig. Deze vluchten vormden de opmaat voor een eeuw luchtvaartgeschiedenis. Vandaag de dag bevindt zich op dezelfde locatie een van de grootste en drukste vliegbases van de Koninklijke Luchtmacht. De historie van de vliegbasis is gevarieerd en kleurrijk. Tot 1940 gebruikte de Luchtvaartafdeeling (LVA) de Molenheide als militair hulpvliegveld. Tijdens de oorlogsjaren legde de Luftwaffe er een enorme basis aan die, nadat Gilze-Rijen door de geallieerden was bevrijd, in handen kwam van de Britse Royal Air Force. Na de Tweede Wereldoorlog ging Gilze-Rijen fungeren als opleidingsvliegveld voor de Nederlandse luchtstrijdkrachten. Talrijke luchtmachtmilitairen zetten tussen de jaren veertig en zestig op Gilze-Rijen de eerste stappen in hun militaire carrière. Vervolgens was de vliegbasis vanaf begin jaren zeventig tot midden jaren negentig de thuisbasis van een squadron jachtvliegtuigen. Vandaag de dag biedt Gilze-Rijen onderdak aan helikopters van het Defensie Helikopter Commando (DHC). 'In 100 jaar luchtvaart in Gilze-Rijen' komen in woord en beeld alle aspecten van de veelzijdige historie van de Vliegbasis Gilze-Rijen aan bod. Het boek behandelt boeiende episodes uit de Nederlandse luchtvaartgeschiedenis en geeft een goed inzicht in de gevarieerde rol die de vliegbasis in de geschiedenis van de Koninklijke Luchtmacht speelde.geschiedenis

Ingrid van der Vlis
Militairen op de veluwe
Woest en ledig was de Veluwe toen zij halverwege de negentiende eeuw door het Nederlandse leger werd ontdekt als locatie voor militaire doeleinden, als oefenterrein en als opslagplaats. Voor het leger vormden de uitgestrekte heidevelden het perfecte terrein voor grootschalige oefeningen met geweren en kanonnen die een almaar groter bereik kregen. De militaire aanwezigheid nam er vervolgens snel toe, met de bouw van kazernes rond 1900 en de uitbouw ervan in de jaren rond de Tweede Wereldoorlog. Duizenden jonge mannen brachten er hun diensttijd door, al dan niet rijdend in tanks die geleidelijk aan het schrikbeeld van toeristen op de Veluwe vormden. Dit veranderde aan het eind van de twintigste eeuw, toen de dienstplichtigen plaatsmaakten voor een beroepsleger. Diverse kazernes kregen een andere bestemming; delen van het oefenterrein werden natuurgebied. Wat dit alles voor de Veluwe en haar bewoners betekende, komt aan bod in bijdragen van diverse specialisten. Een boek over een bijzondere relatie.